Opinie: Deskundigheid over een schoorsteen

In de Leeuwarder Courant van donderdag 25 februari jongstleden staat dat de VVD tegen een motie heeft gestemd die de gedeputeerde opdraagt een hogere schoorsteen te bepleiten bij de REC. Dat VVD standpunt vergt een toelichting. De hele discussie in Provinciale Staten ging vooral over technische aspecten en mogelijke oplossingen voor de afvalverbrandingsoven. Technische oplossingen waar je als politiek pas een goed overwogen besluit over kan nemen als hier ook een betrouwbaar technisch oordeel aan ten grondslag ligt. De motie over de schoorsteen zou dan ook gebaseerd moeten zijn op een feitelijk toetsbaar oordeel van ter zake deskundigen dat verhoging van de schoorsteen noodzakelijk is om de uitstoot van schadelijke stoffen te minimaliseren. De VVD heeft tegen de motie gestemd omdat deze onderbouwing onvoldoende aanwezig was. Dat is dus geen definitief nee tegen een verhoging van de schoorsteen. Het is op dit moment niet uitgesloten dat met andere technische maatregelen het probleem van de uitstoot van ongewenste stoffen sneller en effectiever wordt opgelost. De VVD is voor een veilige en zo snel mogelijke oplossing en niet voor een primair gevoelsmatige oplossing.

De indiener, Groen Links, vermeldt in de overweging dat “verschillende deskundigen (waaronder de GGD) pleiten voor het verhogen van de schoorsteen”. Dit blijkt onjuist. De GGD heeft geen verhoging van de schoorsteen bepleit en zal dat ook niet doen, omdat dit technische aspect buiten het deskundigheidsterrein ligt van de GGD. Wie die verdere deskundigen waren, blijft onduidelijk in de motie, laat staan de feitelijke onderbouwing van die deskundigheid.

In een informatieve bijeenkomst voor Provinciale Staten op 17 februari jongstleden over de REC buitelden de uitgenodigde “deskundigen” over elkaar heen. Daarbij kwam de opmerking van een deskundige dat één molecuul dioxine na generaties nog schade kan opleveren. Dezelfde deskundige vergeleek een week eerder de situatie in Harlingen met het inzetten van Agent Orange in Vietnam, en toonde een dia met misvormde kindertjes. Welk deskundigheidsgebied iemand zich ook aanmeet, opmerkingen van deze strekking doen zeer twijfelen aan de betrouwbaarheid van die deskundigheid. De VVD heeft daarom in een motie bepleit dat in het vervolg als een deskundig oordeel wordt gevraagd dan wel gepresenteerd dit vergezeld moet gaan van feitelijke onderbouwing van de deskundigheid. Deze deskundigheid zou middels bij beroepsgroepen geldende certificatie of zijn/haar CV duidelijk kunnen worden. Door wie een deskundige betaald wordt, dan wel wiens belang hij of zij lijkt te dienen kan relevant zijn, maar dat kan de politicus zelf eenvoudig nagaan.

Sylvia Hosman, VVD Statenfractie

Publicatiedatum: 27 februari 2016