avine-fokkens

Opinie: Nieuw onderzoek biedt nuchtere blik op Lelylijn

avine-fokkens

Avine Fokkens-Kelder is Gedeputeerde provincie Fryslân en reageert in dit opiniestuk op het nieuwste rapport Deltaplan deel B.

Het nieuwste onderzoek naar een Deltaplan voor het Noorden helpt ons met een nuchtere blik naar de Lelylijn te kijken. En naar de impact ervan.

Het document kent naar eigen zeggen een hoog abstractieniveau, maar is over reistijden uiterst concreet. Amsterdam-Leeuwarden: 42 minuten sneller. Heerenveen-Rotterdam: 53 minuten tijdwinst. Feiten die voor zich spreken.

Terug naar april 2021. Met drie buurprovincies, vier gemeenten en Wetterskip Fryslân presenteerden wij toen onze voorzet voor een Deltaplan voor het Noorden, waarvan de Lelylijn de drager is. Bijna een jaar later is die voorzet over wonen, werken en bereikbaarheid nader onderzocht. Vijf zaken die opvallen.

De eerste is een open deur. De Lelylijn verkleint de afstand tussen Noorden en Randstad. Onze huidige spoorweg langs Zwolle is zo’n 160 jaar geleden aangelegd in een tijd waarin Flevoland nog niet bestond. Vandaar de destijds volstrekt logische keuze voor wat nu een tijdrovende en ommelandse omweg is. Onze tijd vraagt om de Lelylijn.

De tweede betreft woningbouw. In onze voorzet ging het over potenties voor veel nieuwe woningen in de vier noordelijke provincies: 220.000 woningen extra bovenop de bestaande vraag, waarvan 45.000 in Fryslân. Geen hard cijfer, maar een optelsom van gemeentelijke schattingen en vergezichten. Het onderzoek bevestigt dat de werkelijkheid veel gewoner is. Voor de vier provincies samen bedraagt de concrete vraag misschien zo’n 25.000 tot 75.000 extra woningen.

Toekomst is onzeker

Daarbij past, het derde punt, de constatering dat elke vooruitblik een best guess is. De toekomst is onzeker, schrijven ook de onderzoekers. We weten niet hoe de wereld er over 25 jaar bij ligt, laat staan over 50 of 100 jaar. Het is daarom onmogelijk om in het heden de impact van de Lelylijn écht scherp te krijgen. Wat we wel weten is dat bereikbaarheid leidt tot economische groei. Hoe zou Leeuwarden zich ontwikkeld hebben als de Afsluitdijk was aangelegd met spoor?

Ten vierde: het onderzoek laat – voorspelbaar – zien dat de Lelylijn waarschijnlijk niet hoog scoort in een zogenoemde maatschappelijke kosten- en batenanalyse. Met zo’n MKBA brengt de overheid de welvaartseffecten in kaart van grote projecten als een autoweg of spoorverbinding.

Het gaat dan vooral om economische efficiëntie en maximalisatie van welvaart. Het dunbevolkte Noorden legt het dan vrijwel altijd af tegen de economische kerngebieden van ons land. Zou het accent liggen op verdeling van (brede) welvaart, dan krijg je een ander verhaal.

Het is een verademing dat ook het rapport op dit punt genuanceerd is en dat is het vijfde ding dat opvalt. Het zegt dat het Deltaplan (met Lelylijn) bijdraagt aan een gelijkere verdeling van materiële en immateriële welvaart in Nederland. Het bevordert een leefbaar Fryslân, waar je goed kunt wonen, dat goed bereikbaar is en waar gevarieerde banen binnen bereik zijn.

Regeerakkoord

Ten slotte. De kiezer stemde vorig jaar massaal op partijen in de Tweede Kamer die voor deze spoorweg gaan. Met als gevolg dat de verbinding nu ook in het regeerakkoord staat.

In de beeldvorming gaat het dan bijna altijd over de snelle verbinding Noorden-Randstad. Maar zoals de Amsterdamse planoloog Martin van der Maas onlangs met een nuchtere blik schreef: de Lelylijn creëert ook tal van andere, nieuwe verbindingen. Akkrum-Emmeloord, Drachten-Lelystad en Heerenveen-Stadskanaal bijvoorbeeld. Goed voor het achterland en het onderliggende openbaar vervoer.

We overvragen niet: ieder landsdeel heeft recht op een goede ontsluiting. Noordelijk Nederland heeft recht op de Lelylijn.

Publicatiedatum: 9 maart 2022