VVD zegt vertrouwen op in gedeputeerden GS

De Statenfractie van VVD Fryslân heeft woensdagavond een motie van wantrouwen ingediend tegen de 5 gedeputeerden van het college van GS. Deze motie werd samen met de PVV, SP, ChristenUnie, Grienlinks en D66 ingediend na een debat van meer dan 7 uur over het grondbeleid van de provincie.
Aanleiding voor het debat was het gepubliceerde rapport van de Noordelijke Rekenkamer waarin harde conclusies en concrete aanbevelingen staan vermeld. Zo geeft het rapport onder meer aan dat er teveel grond is aangekocht, er een te hoge prijs voor de grond is betaald en dat er onnodige risico's bij de verwerving zijn genomen. Daarnaast geeft het rapport aan dat cruciale informatie GS niet heeft bereikt en dat Provinciale Staten onvoldoende zijn geïnformeerd over de risico's die zijn genomen bij grondverwerving ten behoeve van de Centrale As, De Haak om Leeuwarden en de N381.

In een brief die de avond voor de vergadering hierover aan PS werd toegestuurd erkent het college van GS dat de bestuurlijke aansturing niet goed is geweest. Het college kan echter niet aangeven wat er nu eigenlijk mis is met de bestuurlijke aansturing en de aansturing van het ambtelijk apparaat. Om hier duidelijkheid over te krijgen laat GS een onderzoek uitvoeren door bureau Berenschot. De VVD vindt het van bestuurlijke onmacht getuigen dat het college niet zelf weet wat er mis is met de aansturing en hiervoor een bureau moet inschakelen.

Het rapport van de Noordelijke Rekenkamer staat ook niet op zichzelf. In de rapporten van bevindingen van de accountant wordt sinds 2006 al aandacht voor de bestuurlijke aansturing gevraagd. In 2009 geeft de accountant zelfs aan dat het grondbeleid een versterking van de interne beheersing vergt. "Centrale aansturing en beheersing inclusief goede informatievoorziening verlaagt risico's. Een latent risico is bijvoorbeeld ook staatssteun." Ook de interne afdeling concern control van de provincie heeft al eerder aangegeven dat er sprake is van versnippering in de organisatie, slechte informatievoorziening en het niet in control zijn van GS als het gaat om grondbeleid. Het probleem van de bestuurlijke aansturing beperkt zich echter niet alleen tot het grondbeleid maar is ook op andere beleidsterreinen merkbaar.

Bij de behandeling van het rapport dienden de oppositiepartijen in Provinciale Staten een motie in om een provinciale onderzoekscommissie in te stellen. Dit onderzoek was bedoeld om o.a. duidelijkheid te kunnen krijgen over de bestuurscultuur en hieruit leerpunten te kunnen halen om zodoende verbeteringen door te kunnen voeren. Dit onderzoek zou ook kunnen helpen om het vertrouwen van PS in GS te herstellen en zou een wil tot Statenbrede samenwerking betekenen. De coalitiepartijen PvdA, CDA en FNP wilden het rapport van Berenschot eerst afwachten en blokkeerde het instellen van een onderzoekscommissie.

Daarop zegden de oppositiepartijen het vertrouwen op in alle gedeputeerden van GS door middel van een motie van wantrouwen. Deze haalde het niet doordat de coalitie de gelederen sloot. Uiteindelijk was de stemming 19 voor en 23 stemmen tegen de motie.

Motie van wantrouwen - grondbeleid.pdf

Publicatiedatum: 18 oktober 2012