Lelylijn-4444

Lelylijn, vloek of zegen?

Lelylijn-4444

Durk Pool schreef een column samen met Wim van Wegen (D66), gemeenteraadslid in Noordoostpolder.

Is de aanleg van de Lelylijn een zegen of een vloek? Het antwoord op deze vraag hangt af van wie u het vraagt.

Als mensen veel werkgelegenheid beschouwen als gevaarlijk;
als mensen nieuwe inwoners beschouwen als gevaarlijk;
als mensen beter openbaar vervoer beschouwen als gevaarlijk;

Ja, dan is de Lelylijn een vloek.

Als mensen meer werkgelegenheid, nieuwe inwoners, een beter OV en het in stand houden of zelfs verbeteren van het voorzieningenniveau wenselijk vinden, niet.

Plaatsen als Marknesse, Urk (Flevoland), Joure, Oosterwolde, Gorredijk, Surhuisterveen (Fryslân) of Marum (Groningen) zullen veel dichter bij een treinstation komen te liggen. Een treinstation dat de toegang vormt tot andere delen van Nederland die in reistijd ineens een stuk dichterbij komen te liggen.

De aanleg van de Lelylijn zal gepaard gaan met woningbouw. Er zal met name binnen bestaand stedelijk gebied (in de bebouwde kom) gebouwd worden. In alle dorpen zal door in-/uitbreiding het huizenaanbod toenemen en de leefbaarheid vergroten. De school met te weinig leerlingen zal open kunnen blijven. De voetbalvereniging ziet het aantal leden eindelijk weer stijgen. De toneelvereniging behoudt haar bestaansrecht.

Steeds meer huishoudens bestaan tegenwoordig uit één persoon. De huizenvoorraad is hier niet op afgestemd. Het devies is dus bijbouwen. Seniorenappartementen of juist huisvesting voor jongeren die het ouderlijk huis graag willen verlaten of na hun studie naar hun oude woonplaats willen terugkeren, maar niet zelden tot hun frustratie tegen onbetaalbare prijzen aanlopen. Als de voorraad stijgt, daalt de schaarste en zal het prijsniveau weer normaliseren. De aantrekkingskracht voor mensen van buitenaf zal dan ook groter worden. Dus bouwen voor eigen mensen en voor die van buitenaf.

Als alle dorpen binnen een straal van dertig kilometer boven en onder de aan te leggen spoorlijn naar aard en schaal mogen bijbouwen voor jongeren en ouderen, kunnen deze mensen in hun eigen omgeving blijven wonen. Een mogelijkheid die van grote meerwaarde is!

De hele Noordoostpolder valt binnen die straal. De onderste helft van Fryslân ook. Een brede strook langs de A6 en het Fries-Groningse deel van de A7 zal extra aantrekkelijk worden voor mensen en bedrijven. Deze twee snelwegen hebben in de jaren zeventig gezorgd voor veel economische groei. Een nieuw spoor door dit gebied zal dat nog een keer met zich meebrengen.

Om de ambities op het gebied van wonen en werken te realiseren, is snelle en betrouwbare bereikbaarheid noodzakelijk. Dat wordt de uitkomst van het Deltaplan 2.0 dat in december het licht zal zien, een initiatief van de provincies Fryslân, Groningen, Drenthe en Flevoland – in samenwerking met de gemeentes Leeuwarden, Groningen, Assen en Emmen – om serieus werk te maken van woningbouw en economische structuurversterking.

De Lelylijn is slechts de katalysator voor dit plan. Dé snelle treinverbinding tussen het Noorden en de Randstad en de toekomstige toegangspoort naar Noord-Duitsland en Scandinavië en de Baltische staten.

Gemeentes zijn wakker geschud. Zij hebben op de vraag van gedeputeerden aangegeven dat er in heel het Noorden nieuw elan door de uitvoering van het ‘Deltaplan voor Noordelijk Nederland’ ontstaat. Dat werd door alle betrokken colleges van burgemeester en wethouders van deze gemeentes overduidelijk als zegen gezien. Dat een enkeling het als vloek ziet, maakt nog niet dat het dat ook zal zijn.

Wel is het zo dat als de Lelylijn eenmaal een feit is ook de verbindingen tussen de treinstations en het achterland goed geregeld moeten zijn. Denk aan betere busverbindingen – gecombineerd met andere vormen van mobiliteit – met andere delen van de vier provincies die de spoorverbinding zal doorkruisen. Om van de Lelylijn een succes te maken moet er een goed doordacht plan zijn om efficiënt van deur tot deur te reizen: de zogeheten ketenmobiliteit. 

De Lelylijn functioneert straks als ruggengraat van een sociaaleconomisch krachtige regio, maar tegelijkertijd ook als middel om de leefbaarheid en levensvatbaarheid van kernen – grotere maar ook kleine – op een acceptabel niveau te houden. Als provincies en gemeentes alles middels een goed doordacht integraal plan coördineren wordt de Lelylijn een zegen voor het hele Noorden.